Pasta uitzoeken voor de avondmaaltijd lijkt simpel, tot u in de supermarkt voor het schap staat en duizelingwekkend veel soorten ziet. U twijfelt: moet u nu spaghetti, penne of fusilli nemen? Het is een herkenbare twijfel, daarom leggen we u in dit artikel uit waar u veelvoorkomende pastasoorten voor kunt gebruiken.
Achter elke pastasoort zit een idee
Pasta komt oorspronkelijk uit Italië, waar elk gebied zijn eigen vorm heeft ontwikkeld. Die vormen zijn er niet voor niets. Ze hebben invloed op hoe goed de saus blijft plakken en hoeveel smaak er in elke hap zit. Waar de ene soort heerlijk is in een salade, is de andere meer geschikt voor een ovenschotel.
Wanneer gebruikt u welke pastasoort?
Maar wanneer gebruikt u nu eigenlijk welke pastasoort? Hieronder behandelen we enkele veelvoorkomende pastasoorten, met alvast onze excuses aan de Italianen. Er zijn in totaal namelijk honderden soorten, waardoor we ze onmogelijk allemaal kunnen behandelen:
Macaroni
Macaroni is een klassieker in veel Nederlandse keukens. Het zijn korte, gebogen buisjes (elleboogjes) die u smaakvol combineert met vlees, groenten en een kaas- of tomatensaus. Ook wordt macaroni vaak gebruikt in ovenschotels.
Spaghetti en linguine
Lange, dunne pastasoorten zoals spaghetti en linguine lenen zich goed voor een pasta Carbonara (probeer bijvoorbeeld eens deze snelle variant van Janny van der Heijden). Linguine wordt verder ook vaak gegeten met zeevruchten (linguine alle vongole).
Pappardelle
Pappardelle is een brede, lintvormige pastasoort waarvan de slierten meestal tussen de 2 en 3 centimeter breed zijn. De naam komt van het Italiaanse woord ‘pappare’, wat ook wel ‘smullen’ betekent. Deze pastasoort wordt vaak geserveerd met paddenstoelen (porcini) en/of wild (bijvoorbeeld everzwijn, haas of fazant). Overigens hebben wij ook een lekker recept voor u met biefstuk en pappardelle.
Tagliatelle
Tagliatelle lijkt op pappardelle, maar is smaller. Als u in Italië bent en een restaurant serveert spaghetti bolognese, dan moet u maken dat u wegkomt. Italianen combineren deze vleessaus namelijk van oudsher met tagliatelle en dus niet met spaghetti. Dus als u in het buitenland spaghetti bolognese op de menukaart ziet, weet u dat het geen restaurant is voor Italianen, maar voor toeristen. Probeer overigens ook eens deze variant met kipgehakt van Mounir Toub.
Fusilli
De spiraalvormige pasta fusilli is heel geschikt voor dikkere sauzen met veel groente of vlees. De draaiingen houden de saus namelijk goed vast. Ook in koude pastasalades komt fusilli goed tot zijn recht.
Farfalle
Farfalle kennen we bijna allemaal als vlinderpasta of strikjespasta. Vanwege het vrolijke uiterlijk is deze pasta ook geliefd onder kinderen. Vaak wordt de pasta gebruikt in koude pastasalades, bijvoorbeeld met een flinke schep mascarpone of ricotta erdoorheen. Farfalle en pompoen is volgens Sandra Ysbrandy ook een goede combinatie.
Holle pastasoorten, zoals penne, rigatoni of cannelloni
Ook zijn er holle pastasoorten, zoals penne, rigatoni en cannelloni. Doordat saus in de buisjes kan lopen, zijn ze ideaal voor stevige sauzen, zoals een romige kaassaus of een rijke tomatensaus met gehakt. Ook worden ze vaak gebruikt in ovenschotels.
Conchiglie
Conchiglie is de Italiaanse naam voor schelpjespasta. Deze pasta bestaat in twee varianten: glad of geribbeld. Aan de geribbelde variant blijft de saus beter plakken. Grote conchiglie bestaat trouwens ook, dan heten de schelpen conchiglioni. De grote holtes lenen zich uitstekend voor het opvangen van saus.
Vermicelli
Vermicelli wordt ook wel ‘engelenhaar’ genoemd door zijn dunne, kleine slierten. Men gebruikt dit vooral als toevoeging aan een bouillon of lichte soep. Hierdoor krijgt uw soep wat meer volume en is het gelijk een stuk vullender.
Gnocchi
De meest bekende soort is wellicht gnocchi di patate (van gekookte aardappel), maar gnocchi kan ook gemaakt worden van durumtarwe of maïsgriesmeel. De zachte balletjes zijn er in verschillende maten en zuigen saus (met bijvoorbeeld ragout) goed op. Wist u overigens dat de airfryer voor een knapperig resultaat zorgt?
Lasagne
Lasagne is zowel de naam van de pastasoort als van het gerecht. Lasagne bolognese is een klassieker, maar er zijn er veel meer combinaties mogelijk. Heeft u deze pastasoort bijvoorbeeld ook weleens gegeten met makreel? Ook worden lasagnebladen nog wel eens vervangen door courgette.
Ravioli
Oorspronkelijk betekent ravioli, restje. De pasta werd vroeger gevuld met restjes van andere maaltijden. Het was een makkelijke, en vooral lekkere, manier om de koelkast leeg te maken en niets te verspillen. Ravioli met ricotta en spinazie is een bekende combinatie, maar probeer ook eens deze variant met pompoen en walnoot van Robèrt van Beckhoven.
Goed om te onthouden
Een handige vuistregel qua saus is deze: lange pasta’s zoals spaghetti of tagliatelle doen het goed met gladde, lichte sauzen. Korte pasta’s zoals penne, fusilli of macaroni passen beter bij dikke sauzen of ovengerechten. En pasta’s met ribbels of holtes houden meer saus vast, wat zorgt voor extra smaak.
Verder kun u in plaats van ‘de gewone pasta’ ook vaak kiezen voor volkorenpasta. Deze is gezonder, omdat er meer vezels in zitten. Die zijn goed voor uw spijsvertering. Wanneer u gevoelig bent voor gluten, kunt u overigens ook kiezen voor glutenvrije pasta (inmiddels in bijna elke supermarkt te vinden). Daarnaast goed om te weten: verse pasta is vaak zachter van smaak en sneller klaar, wat handig is als u minder tijd heeft.
Uiteindelijk bepaalt u natuurlijk zelf wat u het lekkerste vindt
Tot slot: er zijn geen strikte regels, u bepaalt uiteindelijk zelf waar u welke pastasoort voor gebruikt. Probeer af en toe iets nieuws en ontdek wat u zelf het lekkerst vindt. Bent u dol op spaghetti met kaassaus? Gewoon doen. Wilt u macaroni gebruiken in een pastasalade? Ook helemaal goed.
(Bron: Archief, Culy, Foodies, Radar. Foto: Shutterstock)