Welk soort spek kiest u: bacon, ontbijtspek, guanciale, katenspek of pancetta?

Spek is een veelzijdig ingrediënt dat in veel keukens wordt gebruikt, van het ontbijt tot aan hoofdgerechten. Er zijn verschillende soorten spek, elk met hun eigen smaak, structuur en toepassing. In dit artikel leggen we uit wat de verschillen zijn en wanneer u het beste voor welke soort kunt kiezen.

Spek en bonen

Lees ook: Hoe zit het? Waar komt de uitdrukking ‘voor spek en bonen’ vandaan?

Het verschil tussen bacon en ontbijtspek

Veel mensen denken dat bacon en ontbijtspek dezelfde soorten spek zijn. Dat is niet zo, er zit zeker een verschil tussen. Bacon wordt gesneden uit de karbonadestrook in de rug van het varken. Het is magerder dan ontbijtspek en heeft een stevige, vleesachtige structuur met een dun vetlaagje. Bacon wordt meestal gezouten en gedroogd en soms licht gerookt. Bij het bakken wordt het lekker krokant en behoudt het zijn vorm goed.

Ontbijtspek komt uit het buikspek van het varken, een vetter deel. Het wordt gezouten, gerookt en soms ook gekookt. Daardoor krijgt het een zachtere structuur en een vollere, rokerige smaak. Tijdens het bakken smelt het vet mooi uit, wat zorgt voor een sappig en hartig resultaat.

Als u iets krokants zoekt, bijvoorbeeld voor op een hamburger, in een sandwich of bij een gebakken ei, dan is bacon een goede keuze. Ontbijtspek is juist ideaal voor warme gerechten zoals stamppotten, ovenschotels of gegrilde groenten zoals asperges en boontjes. Daar komt de rijke smaak en het smeltende vet van dit spek goed tot zijn recht.

Guanciale

Guanciale is een Italiaanse speksoort die wordt gemaakt van de wang van het varken. Het woord ‘guancia’ betekent dan ook ‘wang’ in het Italiaans. Dit vlees is rijk aan vet en wordt gepekeld en gedroogd, vaak met kruiden zoals knoflook, peper en chili. In tegenstelling tot bacon en ontbijtspek wordt guanciale niet gerookt. Door het rijpingsproces krijgt het een diepe, hartige smaak met een licht pittige ondertoon. Guanciale wordt vooral gebruikt in klassieke Italiaanse pasta’s zoals carbonara en amatriciana. Omdat het vet van dit spek langzaam uitsmelt, vormt het een goede basis voor de saus.

Carbonara met ansjovis

Lees ook: Carbonara met ansjovis en geroosterde knolselderij

Katenspek

Katenspek is een speksoort die zijn oorsprong vindt in Noord-Duitsland. De naam komt van het woord “Kate”, kleine boerderijtjes waar het spek vroeger boven houtvuur werd gerookt. Door die warme rook kreeg het een stevige, rokerige smaak. Het spek wordt gemaakt van het borststuk of de nek van het varken. Eerst wordt het gezouten en gekookt, daarna gerookt. Omdat het al gaar is, kun je het meteen eten. Je ziet het vaak als plakjes op brood of roggebrood, maar het past ook goed in stamppot, stoofschotels of koude salades.

Pancetta

Pancetta is een Italiaanse gedroogde en gezouten vorm van buikspek. Het is te vergelijken met ontbijtspek, maar het heeft meer kruiden zoals peper, kruidnagel en nootmuskaat. Pancetta wordt aan de lucht gedroogd, wat het een unieke smaak en textuur geeft. U kunt het rauw eten, maar het is uitgebakken ook vaak te vinden in gerechten zoals pasta.

Welke soort spek kiest u?

De keuze voor een bepaalde speksoort hangt af van wat u wilt maken. Bacon is dus ideaal voor krokante toepassingen, ontbijtspek voor warme gerechten met een volle smaak. Guanciale is perfect voor Italiaanse pasta’s en katenspek is een gevarieerde optie voor brood, stamppot en koude gerechten. Pancetta lijkt op ontbijtspek maar heeft meer kruiden en is zowel gerookt als niet gerookt verkrijgbaar.

(Bron: Kassa, 24Kitchen, Keurslager, Foodies, vleesmagazine.nl. Foto Shutterstock)