Veel eiwitten, goede vetten en als magisch ingrediënt te gebruiken in zowel zoete als hartige versnaperingen; de pinda is één van mijn beste vrienden in de keuken. Sterker nog, ik eet deze kleine rakker wel elke dag. Is het niet in de ochtend op mijn boterham in de vorm van pindakaas (100% pinda, zonder palmolie, suiker of zout), dan zeker wel rond 16.00 uur zo uit het handje of door de avondmaaltijd in curry of als krokante topping. En als niemand kijkt stop ik een theelepeltje in de pindakaaspot om er zo heimelijk van te snoepen… Geluk zit in de kleine dingen, toch?
Heilig eten
Pinda’s en vooral pindakaas zijn gevoelsmatig oer-Hollandse producten, want ze zijn onmisbaar bij de borrel en het is al tijdens de kindertijd favoriet beleg. Ondanks dat het hier een alledaags product is, komt de pinda oorspronkelijk van de andere kant van de wereld. Zuid-Amerika om precies te zijn, 2000 voor Christus. Het was voor de Inca’s in Peru een belangrijk onderdeel van hun dagelijkse voeding en zelfs voor hun goden. Er schijnen pindadoppen te zijn gevonden bij de begraafplaatsen van de Inca’s. Ze gaven deze mee aan de overledenen voor het hiernamaals en ze werden gebruikt als offer. In de 16e eeuw verspreidden Portugezen de pinda over de wereld; Afrika, India, en Azië. De laatste 2 zijn tegenwoordig de grootste producenten. In Azië worden pinda’s vooral geperst voor de olie, ook wel bekend als arachideolie. Het rookpunt is hoger dan bij andere oliën, waardoor het geschikt is om mee te wokken. Voor een groot deel van de mensen is dàt heilig.
Aap, noot , mies 😉
Wellicht hebben andere wijsneuzen het u al eerder verteld, maar de grap is dus: pinda’s worden als nootjes gegeten, maar eigenlijk behoren ze plantkundig tot de peulvruchten. Ze worden echter wel gerekend tot de noten, omdat ze er qua samenstelling van de voedingsstoffen erg op lijken. Hoewel ze calorierijk zijn en u er dus niet onbeperkt van moet eten, zijn pinda’s ontzettend voedzaam. Ze bevatten zo’n 25 procent eiwit, dat goed is voor onze cellen en spieren, bijna 50 procebnt goede vetten, die de kans op hart- en vaatziekten verkleinen en veel vezels, die goed zijn voor de spijsvertering, een verzadigd gevoel geven en het risico op diabetes type 2 en darmkanker verminderen. Bij voorkeur eet u natuurlijk wel ongezouten pinda’s en pindakaas. De verwarring in voedingsgroep kan natuurlijk ook komen omdat ze ook wel aardnoten worden genoemd (want deze peulvruchten groeien in de aarde) of apennoten, omdat apen er gek op zijn. Een leuke Engelse uitspraak is dan ook “If you pay peanuts, you get monkeys”, oftewel: als je weinig/ “met pinda’s” betaalt, krijg je…
De pinda is een opvallende kameleon
Hoewel dit klinkt als een contradictie, is de pinda voor mij als ingrediënt in gerechten echt een opvallende kameleon; ze laten zich goed opnemen in zowel zoete als hartige gerechten, maar zijn daarin dan ook zo dominant, dat ze de hoofdrolspeler zijn van de smaak. Veel klassieke Afrikaanse en Aziatische gerechten bevatten pinda’s en die bepalen de volheid. Iets wat wij hier in Nederland niet zo kennen, maar wat zowel in Zuid-Amerika als in Azië wordt gedaan is het koken van pinda’s in hun dop in gezouten water. Dit geeft ze qua aroma schijnbaar iets aardappelachtigs, gemengd met vanille. Wat ik zeg: hartig en zoet in één.
Zelfgemaakte pindasaus
Wat voor mij veel gerechten nóg lekkerder maakt is natuurlijk pindasaus! Nasi, springrolls of gewoon lekker dippen met groente of brood. Hierbij dus het recept voor hele smaakvolle, zelfgemaakte, makkelijke pindasaus.
Ingrediënten:
- 1 sjalot
- 1 teentje knoflook
- 1 duimgrootte gember
- scheutje zonnebloemolie
- 2 theelepel citroengraspoeder
- 250 milliliter kokosmelk
- 2 eetlepel ketjap manis
- 1 theelepel sambal
- 250 gram pindakaas met stukjes (100% pinda)
- 1 limoen
Bereidingswijze:
Pel en snipper het sjalotje. Pel en hak de knoflook. Schil en rasp de gember. Verwarm een scheutje olie in een steelpan en fruit de sjalot, knoflook en gember circa 1 minuut. Voeg het citroengraspoeder en sambal toe en bak circa 1 minuut. Voeg de kokosmelk, ketjap manis, sambal en pindakaas toe en roer goed door. Rasp en pers de limoen boven de pan. Verwarm circa 5 minuten op laag vuur. In een afgesloten pot is de saus circa 4 dagen houdbaar in de koelkast, maar ook prima in porties in te vriezen.
Tip: voor mij is samen pinda’s doppen aan tafel een hele leuke, gezellige, verbindende activiteit. Televisie uit, spelletjes uit de kast en doppen maar!
Culinair journalist Emina Zorlak ontwikkelt al jong een passie voor eten. Naast haar passie voor eten klopt haar hart ook sneller voor media. Voor onder andere MAX bedenkt ze de recepten voor Kook mee met MAX en Bak mee met MAX en heeft ze een eigen kookrubriek hier op MAX Vandaag: Dit kookt MAX Vandaag. Lees hier al haar columns.
(Foto: Shutterstock)