Het is voor veel mensen waarschijnlijk herkenbaar; na het bereiden van een lekker pastagerecht, blijft u met (een hoop) overgebleven pasta over. Maar waarom blijft dit eigenlijk een terugkerend probleem? En belangrijker nog, hoe voorkomt u dit? In dit artikel geven we tips.
Doordat pasta opzwelt is het lastig inschatten hoeveel we nodig hebben
Wanneer u pasta kookt, zwelt dit op en wordt het groter. Wat in droge vorm dan een bescheiden portie lijkt, kan na bereiding ineens geschikt zijn voor een heel weeshuis. Dit maakt het lastig om op het oog de juiste hoeveelheid pasta te bepalen. Daarnaast zetten we vaak liever iets te veel dan te weinig op tafel. Gevolg: restjes en daardoor vaak verspilling.
Lees ook: Is koude pasta beter voor de lijn en het lichaam?
Een richtlijn is 100 tot 125 gram droge pasta per persoon
Het Voedingscentrum raadt vanwege de verspilling aan om de pasta vooraf goed af te meten, zodat u precies kookt wat u nodig heeft. Een gebruikelijke richtlijn hierbij is om 100 tot 125 gram droge pasta per persoon te koken voor een hoofdgerecht. Voor kleinere porties of een bijgerecht kunt u met zo’n 80 gram pasta per persoon vaak al uit de voeten.
Gebruik voor spaghetti een pastameter
Sommige pastapakjes bevatten ook een pastameter voor spaghetti, waarmee u de juiste hoeveelheid precies kunt afmeten. U hoeft alleen maar de spaghetti erin te steken (bij het aantal personen waarvoor het nodig is) en dan heeft u nooit teveel of te weinig.
Restjes kunt u ook nog gebruiken
Als er toch pasta overblijft, gebruik de volgende dag dan eens de restjes in een ander gerecht. Zo kunt u het bijvoorbeeld gebruiken in een pastasalade (ideaal voor bijvoorbeeld een picknick in de zon), een ovenschotel of gewoon opwarmen met een beetje saus en groenten. Wacht hier alleen niet te lang mee, volgens het Voedingscentrum kunt u gekookte pasta tot 2 dagen in de koelkast bewaren.
(Bron: Linda, Voedingscentrum. Foto: Shutterstock)